Systeemoefeningen aanvallen

Om de speelwijze van V.V. Den Ham te realiseren is het trainen hierop van essentieel belang. Een efficiënte manier voor het inslijpen van de speelwijze is doormiddel van systeemoefeningen. Dit zijn soort van partijspelen, met het verschil dat de systeemoefeningen overtal- en ondertalsituaties hebben. Tevens kennen systeemoefeningen een vast beginpunt, waardoor het gekozen leerdoel veel herhaalmomenten heeft. Binnen een systeemoefening staat altijd de teamfunctie ‘aanvallen’ of ‘verdedigen’ centraal. 


TEAMFUNCTIE AANVALLEN


De teamfunctie ‘aanvallen’ bestaat uit de teamtaken ‘opbouwen’ en ‘scoren’. Een systeemoefening gericht op de teamtaak ‘opbouwen’ heeft als doel de opbouw vanuit de keeper en verdedigers, via het centrum of de flank, in relatie tot de middenvelders en/of aanvallers te verbeteren. Een systeemoefening gericht op de teamtaak ‘scoren’ heeft als doel het aanvallen op de helft van de tegenstander via het centrum en de flank, het aanspelen van de aanvallers, het vervolg en de samenwerking met de overige spelers te verbeteren. In beide systeemoefeningen staat daarnaast het omschakelen naar verdedigen centraal.
 

TEAMFUNCTIE VERDEDIGEN


De teamfunctie ‘verdedigen’ bestaat uit de teamtaken ‘storen’ en ‘doelpunten voorkomen’. Een systeemoefening gericht op de teamtaak ‘storen’ heeft als doel het drukzetten en veroveren van de bal op de helft van de tegenstander van onze aanvallers in relatie tot de middenvelders en/of verdedigers te verbeteren. Een systeemoefening gericht op de teamtaak ‘doelpunten voorkomen’ heeft als doel het verdedigen op eigen helft in samenwerking met de middenvelders en/of aanvallers te verbeteren. In beide systeemoefeningen staat daarnaast het omschakelen naar aanvallen centraal.


TRAININGSCONSEQUENTIES PER LEEFTIJDSGROEP


Om een zo’n groot mogelijk succes te krijgen geeft V.V. Den Ham per leeftijdsgroep aan hoe de systeemoefeningen getraind dient te worden. Elke leeftijdsgroep kan zich hierdoor op zijn eigen niveau ontwikkelen in de speelwijze. Een leidraad om onze jeugdspelers nog beter via een rode draad op te leiden. Het is echter aan de trainer te bepalen aan welk niveau de spelersgroep toe is. ‘’Niet de kalenderleeftijd, maar de biologische leeftijd (ontwikkelingleeftijd), telt”.
 

Vanaf de F-jeugd
Bij de F- en E-jeugd worden kleine systeemoefeningen t/m 4 (bijv. 2v1, 3v2, 4v3, etc.) gespeeld. Deze vormen garanderen een groot aantal balcontacten en zijn een uitstekend middel om spelers snel te ontwikkelen. Daarnaast zijn dit ideale vormen om techniek aan inzicht te koppelen. 

Vanaf de D-jeugd
Bij de D- en C-jeugd worden middelgrote systeemoefening t/m 6 (bijv. 5v3, 6v4, etc.) gespeeld. Deze spelen we binnen deze leeftijdsgroepen met 2 linies. Dat kunnen de verdedigers met de middenvelders zijn of de middenvelders met de aanvallers. De vormen geven een meer inzichtelijke prikkel en zijn heel geschikt om jeugdspelers de grondbeginselen van de speelwijze te leren. Ook zijn ze ideaal om wedstrijdsituaties in vereenvoudigde vormen aan te bieden. Ook kan de trainer nog regelmatig voor de kleine systeemoefening kiezen om veel herhaalmomenten te creëren bij het gekozen voetbalprobleem of het inslijpen van de speelwijze. 

Vanaf de B-jeugd
Bij de B- en A-jeugd worden de middelgrote (t/m 6) en grote systeemoefening t/m 8 gespeeld (bijv. 7v5, 8v6, etc.) met drie linies. Systeemoefeningen met drie linies zijn de meest complexe vormen. In deze vormen is er steeds sprake van verdedigers, middenvelders en aanvallers. Deze vormen zijn inzichtelijk het meest veeleisend en hebben een directe relatie met de wedstrijd. Systeemoefeningen met 3 linies zijn perfect als voorbereiding op de wedstrijd. Ook kan de trainer nog voor de kleine en middelgrote (2 linies) systeemoefeningen kiezen om veel herhaalmomenten te creëren bij het gekozen voetbalprobleem of het inslijpen van de speelwijze.


ORGANISATIE SYSTEEMOEFENINGEN


Bij het trainen van systeemoefeningen is het voor de trainer belangrijk de doelstelling te halen en dus de spelers verder te ontwikkelen. Essentieel hierbij is een goede organisatie van de systeemoefeningen. Hieronder een aantal tips waar een goede systeemoefening aan moet voldoen:

Kies de juiste veldgrootte
De veldgrootte is afhankelijk van de doelstelling. Wanneer bijvoorbeeld de doelstelling zich richt op de dieptebal, kan de trainer de breedte van het veld smaller maken. Zorg dat de afmetingen van het veld de doelstelling stimuleren.

Kies voor vormen met een wedstrijdecht karakter
Het is van belang om het wedstrijdeigen karakter goed in het oog te houden. De keuze van de doeltjes, de afbakening van het veld of buitenspel zijn belangrijke aspecten binnen het voetbal.

Creëer een wedstrijdechte situatie
De posities, de plaats op het veld, de richting, de positie van de spelers en tegenstanders moeten een relatie hebben met de wedstrijd. Spelers spelen dus zoveel mogelijk vanuit de positie die ze in de wedstrijd ook bekleden. Uitgezonderd F- en E-pupillen; zij hebben geen vaste posities en moeten t.b.v. van hun ontwikkeling en spelplezier om meerdere posities spelen.

Kies voor een logische opbouw
Bouw de weerstanden langzamerhand op. Vermeerder het aantal spelers en tegenstanders heel geleidelijk.

Positioneer de tegenstanders in functie van de doelstelling
Het vermeerderen en het positioneren van de spelers en tegenstanders moet een relatie hebben met de doelstelling. Ook door het verdedigende team gerichte opdrachten te geven kan de doelstelling beter naar voren komen.

Let op de beleving van spelers
Zorg dat de doelstelling voor de verdedigende partij in ondertal ook een uitdaging blijft.

Creëer winmomenten
Realistische en haalbare winmomenten zijn een uitstekend middel om de doelstelling te prikkelen.