Warming-up
F- EN E-JEUGD

Bij de E- en F-pupillen is de warming-up niet alleen van belang om blessures te voorkomen, maar ook om een saamhorigheidsgevoel te creëren en de spelers te laten concentreren op de wedstrijd. Binnen VV Den Ham is de afspraak dat pupillenspelers minimaal 30 minuten voor aanvang aanwezig zijn in de kleedkamer. Van daaruit kan men zich rustig omkleden en gezamenlijk aan een warming up beginnen. Daarbij zorgt een gestructureerde en goede warming-up voor een positieve uitstraling. Hieronder volgen enkele aandachtspunten die gebruikt kunnen worden ter voorbereiding op de warming-up.

  • Een tik- of spelvorm om te beginnen is vaak een goede manier om de jongste spelers (F-jeugd) enthousiast te maken.
  • Vanaf de E-jeugd pas beginnen met loopoefeningen zonder bal.
  • Een korte techniekoefening in tweetallen zorgt voor veel balcontacten, waardoor de spelers weinig stil staan.
  • Een afwerkoefening ter afsluiting kan gebruikt worden om balgevoel te creëren bij de keeper en de spelers doelbewust te maken

D- T/M A-JEUGD

Alle teams beginnen gezamenlijk aan de warming up. Een gestructureerde warming up zorgt voor een positieve uitstraling en de spelers beginnen dan ook echt samen aan een training of wedstrijd. Tijdens wedstrijden kunnen keepers ervoor kiezen om eerder naar buiten te gaan. Keepers spreken, in samenspraak met de(keeper) trainer, van tevoren af welke wisselspeler(s) hen in gaat of gaan schieten. De trainer overlegt en controleert de warming up van de keepers. Tijdens trainingen maken we bij de warming up geen onderscheid tussen keeper en veldspelers.

Functie van de warming-up:
De functie van de warming-up is om het lichaam, daarbij vooral de spieren, op temperatuur te brengen. Het is belangrijk dat de spieren en gewrichten warm worden gemaakt zodat er tijdens trainingen en wedstrijden minder kans is op blessures.

Onderscheid tussen wedstrijden en trainingen:

0 - 5 minuten

De warming-up bij wedstrijden en trainingen beginnen met een loopgedeelte met daarin dynamische rekoefeningen. Na deze loopsessie hebben spelers enkele minuten tijd om te rekken, de rest pakt vast een bal en blijft in beweging.

5 – 10 minuten bij trainingen

Nadat iedereen klaar is met rekken kan de eerste oefening beginnen. Trainers moeten een training opbouwen, dit betekent dat er geen sprintoefeningen na het loopgedeelte van de warming up moeten worden gedaan. Het is beter de warming up “af te maken” en bijv. een korte pass en trap oefening te doen of een spelvorm waarin wat gelopen wordt. In deze oefening kunnen korte sprint momentjes zitten waardoor de spelers na ongeveer 5 minuten klaar zijn voor de rest van de training.

5 – 15 minuten bij wedstrijden

Het basiselftal splitst zich op in twee of drie groepen. In de volgende oefeningen gaat het team pass- en trapvormen en/of een klein positiespel (bijv. 4v1; 4v2) doen. Er moet rekening worden gehouden met leeftijd/kracht van de spelers. Bij de D-pupillen andere afstanden aanhouden dan bij bijv. de A-junioren. In dit gedeelte moet zowel een oefenvorm zitten voor het korte passen als ook een oefenvorm voor het spelen van de 'lange bal'.

15 – 20 tot 25 minuten bij wedstrijden

Tijdens het laatste gedeelte van de warming up kan de trainer ervoor kiezen om een afwerkoefening uit te zetten of een positiespel. Dit gedeelte kan worden afgesloten met korte sprintjes. Bijv. 5 x 5 meter aanzetten.

De spelers gaan nu naar binnen toe en hebben nog ongeveer vijf minuten voordat de wedstrijd begint.