F-pupillen

De F-pupillen bevinden zich in de leeftijd van 7 tot 9 jaar.


ALGEMENE KENMERKEN


  1. Lenige en soepele bewegingspatronen.
  2. Geen langdurig concentratievermogen.
  3. Groot energieverbruik en is snel moe.
  4. Gevoelig voor prikkels op technisch en coördinatief gebied.
  5. Sterk individueel gericht en heeft vrijwel geen groepsgevoel.

F-pupillen hebben een grote drang tot bewegen; spelen is het doel. Bewegen en spelen is voor deze leeftijdscategorie hetzelfde en zij hebben de neiging tot nabootsen. F-pupillen kunnen veel (leren) in een kort tijdsbestek. Speel hier op in als trainer zodat zij op jonge leeftijd zich sterk kunnen ontwikkelen. Wel hebben de F-pupillen een kleine spanningsboog in vergelijking tot oudere categorieën, dus blijf niet te lang doorgaan met één oefening. Zorg voor veel variatie. Deze leeftijdscategorie is gericht op zichzelf en heeft weinig gevoel voor samenwerken. Het motto is: ik en de bal!


FYSIEK

De F-pupillen hebben weinig kracht, doe daarom geen oefeningen gericht op kracht. Tevens zijn Fpupillen erg bewegelijk, maak als trainer hier gebruik van door veel te variëren in uw oefeningen en voorkom zo veel mogelijk stilstand tijdens de training. De warming-up kan bij de F-pupil gebruikt worden om tik- en reactiespelen toe te passen om zodoende spelenderwijs de lichaamscoördinatie te verbeteren.


AANDACHTS-/UITGANGSPUNTEN

Het belangrijkste bij de F-pupillen is het overwinnen van angst voor de bal en het meegeven van een aantal essentiële spelregels. Ze beleven meer plezier aan het spel wanneer de regels duidelijk zijn. De doelstelling is in deze leeftijdsgroep vooral gericht op het gevoel krijgen voor de bal. Bij deze leeftijdscategorie moet je als trainer veel gebruik maken van spelvormen. Leg het accent op het aanleren van de technische vaardigheden, 2 benen gebruiken en kleine partijspelen als trainingsonderdeel. Daarnaast coach je op de technische uitvoering van de technische vaardigheden, waarbij het belangrijk is dat de spelers veel herhalingen voorgeschoteld krijgen. Tot slot is plezier belangrijker dan het competitie element.


TIPS BEGELEIDING/TRAINING

Praatje, plaatje, daadje. Geef een duidelijk voorbeeld en laat ze het zelf uitvoeren. Zorg voor voldoende variatie. Benadruk het spel en niet de wedstrijd of onderlinge strijd. Houd bij de begeleiding rekening met het taalgebruik van kinderen, dus gebruik geen moeilijke woorden. En stel altijd duidelijke regels.