F- en E-jeugd

In de F- en E-jeugd wordt er op een half veld gespeeld in zeventallen. Bij deze leeftijden is het vooral belangrijk dat er spelenderwijs kennis wordt gemaakt met de aspecten van het voetbal. De formatie en tactische vaardigheden zijn hierbij ondergeschikt aan de ontwikkeling van de technische vaardigheden. Toch geven we binnen V.V. Den Ham enkele accenten mee om houvast, uniformiteit en herkenbaarheid te creëren binnen de speelwijze van pupillenteams.

ALGEMENE DOELSTELLING

Ontwikkelen van technische vaardigheden door zoveel mogelijk balcontacten te stimuleren. Uiteindelijk moeten de spelers bewust worden van het spelen in een formatie om zo de overstap naar een groot veld te vereenvoudigen.

SPEELWIJZE

Het uitgangspunt bij de F- en E-jeugd is het spelen in een 1:3:3 formatie. Hierin wordt er gespeeld met een keeper en twee linies (drie verdedigers en drie aanvallers). Bij deze formatie wordt het creëren van 1 tegen 1 duels gestimuleerd, waardoor er een duidelijk onderscheidt tussen aanvallen en verdedigen ontstaat wat het voetballen voor spelers op deze leeftijd minder complex maakt. Het belangrijkste coachmoment is hierbij het stimuleren van initiatief en voetbalbrutaliteit, elke speler moet op elke positie in het veld durven aan te bieden en een actie durven in te zetten. Doordat er in deze formatie in twee linies wordt gespeeld is hiervoor veel ruimte.

Wanneer je met vergevorderde spelers krijgt te maken kan er in balbezit snel genoeg accenten worden gelegd naar 1:2:1:3 door een verdediger door te laten schuiven. Vooral bij tweedejaars E-spelers moet dit het uitgangspunt worden, om zo kennis te maken met het voetballen in een 1:4:3:3 formatie (D-jeugd). De voordelen van een 1:2:1:3 formatie: (1) De centrale verdediger leert in deze formatie het moment van inschuiven te herkennen, hierbij is het nemen van initiatief weer van groot belang. Van een coach wordt dan ook verwacht om het inschuiven in eerste instantie zo veel mogelijk te stimuleren, het is helemaal niet erg als dit in het begin cruciale fouten oplevert; (2) De vleugelverdedigers zijn verplicht om te knijpen, op het moment dat de centrale verdediger inschuift. Zo leren zij positie kiezen om rugdekking te geven aan elkaar, en het het vooruit verdedigen in de ruimte van de doorgeschoven centrale verdediger; (3) De buitenspelers zullen het veld breed moeten houden om ruimte te creëren, maar ontneem hierbij nooit de vrijheid van spelers om naar binnen te komen om aan te bieden en acties te maken; (4) De diepe spits moet een aanspeelpunt vormen, waarbij de doorgeschoven centrale verdediger kan ondersteunen in het creëren van een driehoek met één van de buitenspelers.

Al deze wedstrijdmomenten komen uiteindelijk terug in de D-jeugd. Het gaat er dus om dat de E-spelers deze momenten herkennen wanneer ze naar de D-jeugd gaan, er wordt niet verwacht dat ze deze tot in perfectie kunnen uitvoeren.

FORMATIES

 
1:3:3 1:2:1:3